16 september 2022 Titels
Maanden ben ik bezig geweest om uit te vinden welke titel ik zou willen dragen als ik voor mezelf zou gaan starten. Kindercoach? Inspirator? Pedagoog? Bewustzijnscoach? Levenscoach? Ik kwam er niet uit. Ja, ik wil me best laten zien, laten zien wie ik ben en waar ik voor sta. Maar heb met titels niet zo veel. Alsof ik me dan boven iemand plaats ofzo. Kijk eens, joehoe! Ik ben coach! Ik keek vaak op tegen titels, mensen die iets hadden bereikt, veel verdienden. Wat ik eigenlijk deed, is mezelf onder de ander plaatsen. Inmiddels ben ik zover dat me dat niets meer doet. Iedereen is goed wie hij is. De caissière, de kinderjuf en ook de directeur van een bedrijf. Niemand meer of minder. Al zijn we allemaal anders, we zijn allemaal gelijke aan elkaar, op een ander pad met andere lessen en behoeften. Soms kruisen onze wegen en kunnen we kiezen of we een tijdje met elkaar op willen lopen, samen te genieten en of we van elkaar willen leren. Vroeger als ik boos, verdrietig of geïrriteerd was, lag dat vaak aan de ander. Ook bij mijn kinderen. Omdat zij zo irritant doen of niet luisteren, ben ik nu boos of verdrietig. Het komt door jou!
Nu zeg ik tegen mijn jongens dat het meer iets zegt over mijzelf dan over hen. Zij zijn alleen maar mijn spiegel. Wat ik er dan precies mee moet op zo’n moment, weet ik niet altijd, maar dat antwoord komt dan later wel. Het belangrijkste is dat ik me ervan bewust ben.
Wat wil er op dit moment ín mij gezien en aangeraakt worden? Wat zegt dit over mij, wat kan ik hieruit leren? Ik heb altijd een keuze hoe te reageren. Ik ben heel wat schaduwkanten van mezelf tegen gekomen afgelopen paar jaar. Voorheen wilde ik daarvan weglopen, de ander de oorzaak van laten zijn. Nu kijk ik ze aan. Niet altijd de makkelijkste weg, maar wel de meest waardevolle.
Vaak speelden emoties een grote rol. Toen ik ziek werd, en dat een jaartje of wat aanhield, besloot ik niet meer met de massa mee te willen lopen. Het bewustzijn werd nog meer aangewakkerd, het heeft mijn ogen geopend. Nu zie ik dat het mijn leven totaal heeft veranderd. Het enige waar ik op dat moment nog van kon genieten was alles wat fladderde en kroop in mijn tuin of in de nabije natuur. Een merel heeft zeker 5 weken aan een stuk achter in de tuin op een stoel gezeten, af en toe de tijd nemend een wormpje te zoeken, zich te wassen in een waterbak en dan weer te gaan zitten. Daar zaten we dan, samen. De wereld stond stil, ik stond stil (fysiek), maar de natuur leefde gewoon verder. De spin die ijverig zijn web spon. De bij, de hommel en de vlinder van bloem tot bloem. De mieren die ijverig door elkaar renden en de slakken in ruste of aan elkaar geplakt, het lieveheersbeestje dat mijn pad kruiste bracht me geluk. Ieder met zijn eigen schoonheid en kwaliteit. En toen was daar plots de duif. De duif die me vergezelde, elke dag weer en nog steeds. Hij pikte van de krentjes, de kersen en de druiven. Neem maar zei ik, ik heb genoeg!
Kinderen en de natuur. Ik word er zo blij van. Ze geven me rust, spiegels en bestaansrecht, omdat we verbonden zijn. En ik geef hen mijn oprechte aandacht en liefde. Dat is best een titel waard. Maar voor mijn hart is dat niet nodig. Dus voorlopig doe ik het even zonder 😉